- Omgevingsdienst Brabant-Noord
Omgevingsdienst Brabant-Noord
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
C.H.C.(Kees) van Rooij
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur.
Openbaar belang
De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
Maatschappelijke ontwikkelingen vormen een belangrijk kader in het werk van de ODBN en aan onze leefomgeving. Dat zijn er opnieuw veel in 2022. Grote maatschappelijke thema’s zoals het Klimaatakkoord, de Stikstofproblematiek, de Regionale Energie Strategie, circulaire economie en het Schone Lucht Akkoord en natuurlijk de invoering van de Omgevingswet per 1-7-2022. Allemaal thema’s die u en wij herkennen. In toenemende mate merkt de ODBN dat zij gevraagd worden om bij deze thema’s mee te denken vanuit de uitvoering en diens kennis van de leefomgeving daarvoor in te zetten. Soms vragen deelnemers zelfs of de ODBN hiervan de trekkende partij in de regio kan zijn. In de veelheid van ontwikkelingen is dat begrijpelijk. Voor de ODBN is er een groot belang dat de uitvoerbaarheid van beleid goed geborgd is. Daar denken zij graag over mee en uiteraard zullen zij ook zaken die men signaleert bij de feitelijke uitvoering onder de aandacht brengen van de bestuurders en beleidsmakers. De ODBN blijft daarbij wel in de adviserende rol die bij een uitvoeringsorganisatie past. Nieuw en langverwacht is de invoering van de Omgevingswet. Hoewel het vaak in de communicatie vanuit het Rijk wordt gebracht als een grote omwenteling, zal de ODBN in 2022 echter ook gewoon vergunningen verlenen, toezicht houden en waar nodig handhavend optreden. Daar ligt de maatschappelijke opdracht. Door te focussen op de tastbare veranderingen maken we de Omgevingswet concreet en behapbaar voor de VTH-uitvoering. In de verdere invoering rondom Omgevingsplannen, de bruidsschat en nog vele andere onderwerpen is de ODBN afhankelijk van ons als bevoegd gezag. Voor de ODBN blijft van belang dat de uitvoerbaarheid goed geborgd is en waar het kan en wenselijk is, er voor burgers en bedrijven een gelijk speelveld bestaat.
De belangrijkste risico's
Iedere organisatie loopt natuurlijk risico’s. De ODBN streeft ernaar om risico’s zoveel mogelijk te ondervangen door het treffen van beheersmaatregelen, de benodigde verzekeringen af te sluiten en/of buffers te vormen voor niet voorzienbare financiële tegenvallers. Aan het begin van 2021 is een nieuwe actualisatie van het risicoprofiel van de ODBN uitgevoerd.
Hierbij zijn alle financiële risico’s meegenomen die, na het nemen van beheersmaatregelen, nog steeds een mogelijke financiële impact hebben die niet uit de reguliere exploitatie gedekt kan worden. Eventuele risico’s die afgedekt zijn door middel van een verzekering, een getroffen voorziening of een specifiek aangewezen bestemmingsreserve, zijn buiten beschouwing gelaten. Bij het bepalen van de impact van het risico is rekening gehouden met de kans van optreden van het risico. De impact van het risico wordt daardoor bepaald door de ingeschatte financiële jaaromvang te vermenigvuldigen met de kans van optreden. Daar waar een risico mogelijk een meerjarig effect heeft, is uitgegaan van het principe dat de financiële impact in één jaar vermenigvuldigd is met 2, vanuit het principe dat 2 jaar doorgaans voldoende is om maatregelen te nemen om de financiële impact van het risico te beperken of te verwerken in de begroting. Per risico zijn de genomen beheersmaatregelen opgenomen en is inzicht gegeven in de financiële omvang, kans van optreden en impact van het risico. Ten opzichte van de vorige presentatie bij de jaarrekening 2020 zijn er geen wijzigingen doorgevoerd aangezien dezelfde inventarisatie is gebruikt.Financieel belang
Jaarrekening 2020
Begroting 2021
Begroting 2022
Bijdrage van gemeente
2.259.800
2.549.000
2.596.637
Eigen vermogen per 1-1
8.575.000
7.971.300
8.147.900
Eigen vermogen per 31-12
9.844.000
8.147.900
8.185.700
Vreemd vermogen per 1-1
11.518.000
5.594.400
5.310.900
Vreemd vermogen per 31-12
8.628.000
5.310.900
5.048.100
Resultaat
1.779.000
106.200
- Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
J.H.M. (Jan) Goijaarts
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur door wethouder J. Goijaarts.
Openbaar belang
Het Stadsgewest is niet meer echt actief en wordt alleen nog in stand gehouden voor afwikkeling van de voormalige Vuilstortplaats De Vlagheide in Schijndel.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
De afdichting van de stortplaats is inmiddels afgerond.
Met het oog op de overdracht van de eeuwigdurende nazorg van de voormalige stortplaats aan de provincie Noord-Brabant vindt er al enige jaren tussen het Stadsgewest en de provincie overleg plaats over de hoogte van het (doel)vermogen, dat benodigd is voor de bekostiging van die nazorg. Belangrijk onderdeel in de gesprekken tussen deze partijen is de hoogte van de door de provincie gehanteerde rekenrente en het effect daarvan op het door het Stadsgewest in te leggen doelvermogen. De provincie heeft het voornemen om de huidige rekenrente van 5,06% te verlagen naar 3,65%. Er bestaat over de hoogte van het in te brengen doelvermogen dan ook nog geen overeenstemming tussen het Stadsgewest en de provincie. Indien uiteindelijk het doelvermogen hoger dient te zijn dan oorspronkelijk geraamd dienen de deelnemende gemeenten een aanzienlijke aanvullende bijdrage aan het Stadsgewest te leveren.
Het Stadsgewest zal de nazorg en exploitatie van de voormalige vuilstortplaats de komende tijd niet aan de provincie overdragen. Partijen zijn in dat verband overeengekomen dat (de nazorg van) de voormalige stortplaats de komende vijf jaren niet wordt overgedragen aan de provincie, waarbij de rekenrente in ieder geval voor deze periode wordt gehandhaafd op 5,06%. Dit betekent dat het Stadsgewest in ieder geval nog wordt gecontinueerd na 2020. Tot in ieder geval 1 januari 2025 zal er door de provincie dan ook geen formele sluitingsverklaring worden afgegeven.
Onlangs is tussen het Stadsgewest (en andere exploitanten) en de provincie afgesproken het convenant te herzien en onder andere de looptijd te verlengen naar 10 jaar. Dat moet in de loop van 2021 leiden tot een nieuw convenant. In de discussie over deze herziening hebben de exploitanten benadrukt dat voor hen de prioriteit ligt bij het herzien van de, zwaar verouderde, wetgeving. Met de kennis en inzichten van nu zou het aannemelijk zijn dat twee aspecten uit de huidige wetgeving verdwijnen, te weten het eeuwigdurende karakter van de nazorg en de bovenafdichting. Daarmee zou Nederland meer in de pas gaan lopen met Europese regelgeving.De belangrijkste risico's
- Doelvermogen nazorgfonds:
Na de definitieve sluiting van de stortplaats wordt de (eeuwigdurende nazorgverplichting ten aanzien van de) stortplaats overgedragen aan de Provincie. Bij overdracht moet een vermogen zijn overgedragen waaruit de provincie de kosten van nazorg eeuwigdurend kan bekostigen.
De hoogte van de eindwaarde van het doelvermogen wordt in hoge mate bepaald door de te hanteren rekenrente. Thans is die op 5,06% bepaald. In de laatste voorstellen van de provincie wordt voorgesteld die rekenrente naar 3,65% te verlagen hetgeen een incidentele, maar aanzienlijke, hogere bijdrage van de gemeente Meierijstad tot gevolg heeft van circa € 3 miljoen.
-Beheerskosten:
Het voorlopig niet overdragen van de vuilstortplaats aan de provincie en het dus feitelijk langer in stand houden van de beheersorganisatie van het Stadsgewest heeft voor de gemeente Meierijstad financiële consequenties. Elk jaar dat het Stadsgewest blijft bestaan wordt er rekening gehouden met aan het Stadsgewest te betalen beheerskosten door de gemeente Meierijstad (2021: € 109.040, 2022: € 105.305, 2023: € 82.153 en 2024: € 83.647).Financieel belang
Het Stadsgewest blijft nog voor langere tijd verantwoordelijk voor het beheer (de nazorg) van de stortplaats Vlagheide. Dat betekent dat over die tijd exploitatielasten worden gemaakt, die zijn opgenomen in de (meerjaren)begroting van het Stadsgewest en per inwoner worden omgeslagen over de deelnemende gemeenten.
Jaarrekening 2020
Begroting 2021
Begroting 2022
Bijdrage van gemeente
0
106.052
105.305
Eigen vermogen per 1-1
- 6.809.000
Eigen vermogen per 31-12
- 1.955.000
Vreemd vermogen per 1-1
7.486.000
Vreemd vermogen per 31-12
6.935.000
Resultaat
4.854.000
- Geestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Geestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
M.H.B. (Menno) Roozendaal
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Dagelijks en Algemeen Bestuur door wethouder Compagne.
Openbaar belang
De GGD geeft uitvoering aan de wet Publieke Gezondheid. De GGD doet dit in opdracht van de binnen de regio Oost-Brabant vallende 24 gemeenten. Het doel van de GGD is: Mensen gezonde kansen bieden om alles uit hun leven te halen. Het beleid van de GGD richt zich op de publieke en preventieve gezondheid; de taken die de overheid op zich neemt om de gezondheid van iedereen te bewaken, beschermen en bevorderen, zonder dat mensen daar altijd om vragen. Daarbij hebben ze extra aandacht voor mensen die meer hulp nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze kwetsbaar zijn of zorg mijden. Samenwerking staat daarbij centraal. De GGD wil haar kennis actief verbinden aan partijen in het sociaal- en veiligheidsdomein en het openbaar bestuur. De financiële voordelen, kwaliteit zorg/dienstverlening en het brede pakket aan diensten zijn argumenten voor gemeenten om deel te nemen aan deze gemeenschappelijke regeling.
Taken GGD:
- jeugdgezondheid;
- gezondheidsbescherming;
- gezondheidsbevordering en leefstijl;
- monitoren, signaleren en advies;
- toezicht houden;
- publieke gezondheid bij rampen en crisis;
- openbare geestelijke gezondheidszorg.Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
- In juli 2019 stelde het algemeen bestuur de beleidsvisie 2019-2023 vast. Deze visie is de vertaalslag van landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen, waaronder de coalitieakkoorden die na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 zijn opgesteld. Hij geeft inhoudelijk richting aan de GGD-organisatie en dient daarmee als uitgangspunt voor de begroting.
- Uitgangspunt in de begroting is het gedachtegoed positieve gezondheid. Daarin betekent gezondheid: zelf de regie voeren en je aanpassen aan de uitdagingen van het leven. Dat is dus veel meer dan alleen ziekte en zorg; het gaat ook over vitaliteit en preventie.
- Coronacrisis: door de coronacrisis is het accent verschoven naar gezond leven met Corona. Zo investeert de GGD, met behulp van subsidie van ZonMw, in extra gezondheidsmonitors om de effecten van de coronacrisis te meten.
- Coronacrisis: de actualisering van het basispakket is opgeschoven naar eind 2021 of 2022.
- Coronacrisis: het belang van infectiepreventie is hoog op de agenda gezet.
- Coronacrisis: de GGD verzamelt informatie, geeft voorlichting en adviseert over de neveneffecten van de coronacrisis op de publieke gezondheid. Dat doet de GGD als adviseur, coördinator of uitvoerder samen met gemeenten, scholen en partners.
- Coronacrisis: De GGD kan alle directe en indirecte gevolgkosten van de Coronacrisis die in 2020 en in 2021 zijn gemaakt, declareren bij het ministerie van VWS.
- Coronacrisis: naar aanleiding van de datadiefstal: In 2022 stelt de GGD zichzelf op het gebied van privacy en informatieveiligheid ten doel om de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van alle informatie(-systemen) te waarborgen, voor een verantwoorde zorg voor zijn klanten.
De belangrijkste risico's
- Coronacrisis: De coronapandemie legt een groot beslag op de uitvoeringscapaciteit van de GGD en het coronavirus laat ook zijn sporen na bij de medewerkers; ze strijden al ruim een jaar in de frontlinie en in de spotlights wat zorgt voor mentale belasting.
- Coronacrisis: Het is nog onzeker wát de effecten zijn op publieke gezondheid als de coronacrisis is beslecht, maar dát ze er in meer of minder mate zullen zijn staat vast. Mogelijk vraagt dit ook om een structurele aanpassing van een aantal van de taken op het vlak van gezondheidsbescherming en -bevordering, waarmee dit wel financiële gevolgen heeft die drukken op de exploitatie.
- Coronacrisis: door grote onzekerheid over de mate waarin de taak van de GGD in de beheersing en bestrijding van het coronavirus nog doorloopt in 2022, die de GGD uitvoert in opdracht van de minister van VWS, is daar in de begroting 2022 nog geen rekening mee gehouden.
Financieel belang
Jaarrekening 2020
Begroting 2021
Begroting 2022
Bijdrage van gemeente
2.686.557
2.768.006
2.849.515
Eigen vermogen per 1-1
8.528.000
8.799.000
6.355.000
Eigen vermogen per 31-12
7.820.000
7.349.000
5.935.000
Vreemd vermogen per 1-1
8.371.000
7.383.000
12.112.000
Vreemd vermogen per 31-12
31.107.000
7.283.000
12.000.000
Resultaat
247.000
0
- Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur/Dagelijks Bestuur door wethouder Compagne.
Openbaar belang
Het openbaar lichaam heeft ten doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Bij de RAV staat de patiënt centraal. Kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid staan hoog in het vaandel.
De RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tot taak:
- het instellen en in stand houden van een Regionale Ambulancevoorziening;
- het in stand houden van een meldkamer ambulancezorg;
- het vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan;
- het (doen) leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en de Hulpverleningsdienst Brabant-Noord.
De doelstelling van de RAV Brabant Midden-West-Noord is het leveren van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg, die tijdig ter plaatse is en binnen de budgettaire kaders wordt gerealiseerd.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
- De vraagtekens die de ambulancesector al jaren stelt bij de 15 minutennorm, worden nu ook door het ministerie erkent. De verwachting is dan ook dat in de komende jaren het zwaartepunt zal verschuiven van tijdigheid naar kwaliteit van zorg. In dit kader noemt de minister een aantal belangrijke ontwikkelingen die kunnen leiden tot verbetering binnen de ambulancezorg:
- zorgcoördinatie (gezamenlijke beoordeling van de zorgvraag);
- zorg- en functiedifferentiatie (de juiste ambulancezorgverlener voor de juiste acute zorgvraag);
- het sturen op inhoudelijke zorgindicatoren.- Zorgcoördinatie: In 2019 werd de RAV geselecteerd om per 1 januari 2020 te starten met de pilot Zorgcoördinatie in de Bossche regio. De RAV ontvangt hiervoor via de zorgverzekeraars subsidie van VWS. Door de coronacrisis heeft deze pilot vertraging opgelopen.
- Zorgdifferentiatie: Het streven is om te komen tot differentiatie in het niveau van de ambulancezorg. In 2022 biedt de RAV Brabant Midden-West-Noord een breed aanbod in ambulancezorg, waarbij de patiënt wordt vervoerd of ter plaatse geholpen wordt. Zorgdifferentiatie biedt niet alleen een betere zorg op maat voor de patiënt, maar draagt ook bij aan efficiency van de inzet en het terugdringen van het personeelstekort.
- Dekkingsnorm: In samenwerking met de zorgverzekeraars zijn verbeterplannen uitgewerkt met als doel het zo vaak mogelijk behalen van 15- minuten-norm bij urgentie A1. Er is een tijdsplanning gemaakt van de uit te voeren paraatheidsuitbreidingen, met als doel een stapsgewijze verbetering van de prestaties. Het daadwerkelijk kunnen uitvoeren van de paraatheidsuitbreidingen valt of staat met het beschikbaar zijn van voldoende geschikt personeel, met name ambulanceverpleegkundigen. Bij volledige invulling van de paraatheid én onder normale omstandigheden verwacht de RAV in 2022 in beide RAV regio’s 95% dekking te kunnen behalen.
- Op 1 januari 2021 werd de Wet ambulancevoorzieningen van kracht. Hierin is vastgelegd dat de vergunning tot ambulancezorg verleend wordt aan de huidige aanbieders, onder strakke overheidsregulering. Door de ambulancezorg wettelijk aan te merken als NEDAB (niet-economische dienst van algemeen belang) wordt voorkomen dat Europese aanbesteding plaats dient te vinden.
- Coronacrisis: Om de personeelscapaciteit te waarborgen tijdens de crisis werden in 2020 de meeste neventaken tijdelijk gestopt. Opleiding en training werden voor de rest van het jaar afgelast, niet alleen met het oog op de capaciteit, maar ook om de medewerkers na de piek van de crisis te ontzien en de tijd te geven om te herstellen. Na de zomerperiode werden een aantal kritische opleidingen hervat.
De belangrijkste risico's
- Personeel: Het grote knelpunt in de paraatheidsuitbreiding is (nog steeds) personeel. Het is al jaren erg lastig om voldoende geschikt personeel te werven en het personeelstekort in de acute zorg zal de komende jaren alleen nog maar toenemen. De RAV Brabant MWN heeft de laatste jaren veel aandacht besteed aan het bevorderen van de instroom van nieuwe medewerkers, duurzame inzetbaarheid van het zittende personeel en efficiëntere capaciteitsplanning.
Financieel belang
De begroting is sluitend. De begroting 2021 is kostendekkend en er is geen gemeentelijke bijdrage in opgenomen.
Jaarrekening 2020
Begroting 2021
Begroting 2022
Bijdrage van gemeente
0
0
0
Eigen vermogen per 1-1
13.670.000
14.009.000
13.664.000
Eigen vermogen per 31-12
13.738.000
13.970.000
13.406.000
Vreemd vermogen per 1-1
25.506.000
30.687.000
27.771.000
Vreemd vermogen per 31-12
25.744.000
29.087.000
26.021.000
Resultaat
173.720
0